NOC*NSF zoekt nieuwe paralympische talenten

Let op. Dit is een ouder bericht. Het kan zijn dat de inhoud niet meer actueel is.
MRI van het volledige lichaam kan een goed klinisch hulpmiddel zijn bij het detecteren van hersen- en spierafwijkingen bij LAMA2-gerelateerde congenitale spierdystrofie. Verder lijken de dijspieren goede indicatoren om ziekteprogressie weer te geven.
Dit zijn de conclusies van een internationaal samenwerkingsverband dat beelden heeft onderzocht van MRI-scans van het gehele lichaam (total body MRI) van 27 mensen met LAMA2-gerelateerde congenitale spierdystrofie. Zij waren in de leeftijd van twee tot 62 jaar. Zes van hen hebben nooit kunnen lopen. Het project werd gecoördineerd door een team van het Raymond-Poincaré-ziekenhuis (Garches, Frankrijk).
Genetische oorzaak
LAMA2-gerelateerde spierdystrofie (LAMA2-MD) omvat een groep recessieve spierdystrofieën met vergelijkbare klachten. Deze groep spierziektes wordt veroorzaakt door mutaties in het LAMA2-gen, dat codeert voor de alfa-2-keten van een eiwit in de spier: laminine-211 (voorheen merosine genoemd).
Nut van MRI
MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging, beeldvorming gebaseerd op magnetische resonantie. Dit betekent dat door middel van een zeer sterk magneetveld en radiogolven er doorsnedenfoto’s van het lichaam gemaakt worden. MRI speelt een belangrijke rol bij de diagnose en het opsporen van ziekten. MRI van het hele lichaam is ideaal om te kunnen beschrijven welke (patronen van) spieren er bij een bepaalde spierziekte betrokken zijn. Op basis van deze beelden werd het volgende vastgesteld:
Momenteel vindt in het Radboudumc een natuurlijk beloopstudie plaats naar LAMA2-MD. Als onderdeel van deze studie maken de onderzoekers op twee meetmomenten ook een MRI-scan van het gehele lichaam. Hiermee zullen zij kijken of binnen één jaar tijd te zien is in de spieren of de ziekte achteruitgaat: of er meer vervetting in de spieren optreedt en of de spieren dunner worden. Ook wordt er gekeken of deze waarden kunnen dienen als uitkomstwaarde voor toekomstig klinisch onderzoek. Deze studie wordt gesubsidieerd door Spieren voor Spieren en door Stichting Voor Sara.
Bronnen
Dit artikel is gecontroleerd door drs. Karlijn Bouman, promovendus Radboudumc.