Feiten over CCD

Bekijk de video over central core disease en andere congenitale spierziekten. Artsen en ervaringsdeskundigen vertellen wat de ziektes inhouden. Op de rest van deze pagina vind je nog meer feiten over CCD.

Wat is CCD?

Central core disease (CCD) is een zeldzame spierziekte. De spieren zijn bij CCD anders gevormd dan normaal. Dat is bij de geboorte al zo.

Vooral het middelste deel van de spiervezels is afwijkend. Onder de microscoop kunnen artsen en onderzoekers dit zien. De afwijking zorgt voor slappe spieren en minder kracht. Hierdoor gaan kinderen later dan anderen kruipen of lopen. Ook kunnen ze problemen krijgen met hun houding. Bij sommige baby’s zijn er al bij de geboorte problemen, zoals klompvoeten, een kromme rug of heupafwijkingen. Soms zijn de klachten minder duidelijk. De diagnose kan daardoor ook pas op tienerleeftijd of volwassen leeftijd gesteld worden.

CCD is een zeldzame ziekte. Hoe vaak het precies voorkomt is niet bekend. Waarschijnlijk bij ongeveer één op de 250.000 tot één op de miljoen mensen. De ziekte wordt met de jaren meestal niet veel erger.

CCD is een vorm van congenitale myopathie. Letterlijk betekent dat: aangeboren spierziekte.

Oorzaak en erfelijkheid

Central core disease (CCD) komt door een fout in het erfelijk materiaal. De fout zit in het RYR1-gen op chromosoom 19 van het DNA.

  • De ziekte erf meestal over op een dominante manier. Dit betekent dat een kind ziek kan worden als het de fout van één ouder krijgt. Die ouder heeft de ziekte vaak ook, maar soms in een milde vorm. Elk kind van een ouder met CCD heeft 50% kans om de ziekte te krijgen.
  • Soms is de ziekte recessief erfelijk. Dit betekent dat een kind de fout van beide ouders moet krijgen om ziek te worden. Deze vorm is vaak ernstiger. Als beide ouders drager zijn, heeft elk kind 25% kans om CCD te krijgen. Dragers hebben meestal geen of weinig klachten.
  • Soms ontstaat de ziekte spontaan. Dan heeft geen van de ouders de fout. Dit komt door een nieuwe verandering in het DNA. Het kind kan deze fout later wel doorgeven aan zijn of haar eigen kinderen.

Klachten en verloop

Weinig kracht in schouders, dijen en benen

De meeste mensen met CCD hebben slappe spieren en de spieren hebben weinig kracht. Dit begint soms al voor de geboorte. Vooral de schouders, dijen en benen zijn vaak zwak. Hierdoor kunnen klompvoeten, een kromme rug of heupafwijkingen ontstaan. Bij baby’s en jonge kinderen valt op dat ze later leren kruipen en lopen dan normaal. Het kan ook zijn dat de spieren in het gezicht zwak zijn. Hierdoor kunnen mensen hun ogen minder goed bewegen. Of de oogleden gaan hangen. En het slikken kan problemen geven. Soms is de ziekte zo mild dat een ouder pas ontdekt dat hij of zij CCD heeft als het kind de diagnose krijgt.

De ziekte blijft in de kindertijd meestal stabiel. Tussen hun 20e en 40e jaar krijgen veel mensen met CCD moeite met lopen.

Hoe eerder de ziekte begint, hoe sneller deze vaak erger wordt. Sommige klachten, zoals een kromme rug, kunnen optreden ongeacht hoe ernstig de ziekte is.

Op latere leeftijd treden heel soms ademhalingsproblemen op. Hartklachten komen bijna nooit voor.

Andere klachten

De RYR1-afwijking die bij sommige mensen tot CCD leidt, zorgt bij andere mensen voor andere klachten zoals:

  • spierzwakte in de spieren rond de wervelkolom en een gekromde rug
  • spierpijn na het sporten
  • spierafbraak te herkennen aan roodbruine urine en een verhoogde CK-waarde in het bloed. Dit heet rhabodomyolyse.

Meer informatie (in het Engels) staat op www.ryr1.org Deze link opent in een nieuw tabblad.

De diagnose stellen

De arts vraagt naar de klachten en de familiegeschiedenis. Maar om zeker te weten dat iemand CCD heeft, is extra onderzoek nodig.

  • Eerst wordt bloedonderzoek gedaan. Dit kan laten zien of een stof in het bloed, creatinekinase (CK), verhoogd is. Dat wijst op spierafbraak. Soms wordt ook een EMG (elektrisch spieronderzoek) gedaan om te kijken of de zenuwen en de spieren goed werken.
  • Daarnaast wordt vaak een spierbiopt gedaan. Dit betekent dat een klein stukje spier wordt weggehaald en onder een microscoop wordt bekeken. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving.

De diagnose word bevestigd als er een fout wordt gevonden in het RYR1-gen in het DNA.

Behandeling

CCD kan niet worden genezen. Wel zijn er behandelingen beschikbaar die de klachten verminderen.

Onder meer een revalidatiearts, fysiotherapeut en ergotherapeut kunnen helpen. Fysiotherapie houdt de spieren soepel en helpt verstijving van gewrichten (contracturen) tegen te gaan. Een goede houding is belangrijk om een kromme rug (scoliose) te voorkomen.

Overgewicht is slecht voor de spieren. Daarom is het belangrijk om actief te blijven. Sporten zoals zwemmen zijn goed, omdat ze de spieren niet te zwaar belasten.

Voor jou en je hulpverlener

Voor leden

Tips over het dagelijks leven met een aangeboren spierziekte zoals CCD vind je in de brochure Congenitale spierziekten. Omgaan met de ziekte (gratis voor leden).

Congenitale spierziekten. Omgaan met de ziekte
Voorblad brochure over omgaan met een spierziekte van Spierziekten Nederland
Voor ouders van een kind met spierslapte

Hoe ondersteun je je baby bij het slapen, wassen en knuffelen? Bekijk Tips voor een comfortabele houding van uw baby

Voor leden

Nog meer weten over CCD? Lees de brochure Congenitale spierziekten. Diagnose en behandeling (gratis voor leden).

Congenitale spierziekten. Diagnose en behandeling
Voorblad van een brochure over diagnose en behandeling van Spierziekten Nederland
Voor ouders van een kind met spierslapte

Voor ouders van baby’s met spierslapte is er een boekje met tips over spelletjes en activeiten

Ook goed om te weten

Belangrijk bij narcose

Heb je CCD? Dan kan narcose heel gevaarlijk zijn. Ongeveer een kwart van de mensen met CCD is overgevoelig voor stoffen die bij narcose gebruikt worden. Krijg je die stoffen? Dan kan je hartslag stijgen, spieren kunnen verstijven en je lichaam kan oververhit raken (maligne hyperthermie). Dat is levensbedreigend.

Vertel je anesthesioloog of chirurg daarom altijd dat je CCD hebt. Dan kan hij andere stoffen gebruiken. Of de dosis aanpassen. En bijvoorbeeld je hart en longen extra goed in de gaten houden tijdens en na de operatie. Vertel het ook als je weet dat CCD in de familie voorkomt. Dan kan hij daar rekening mee houden of extra onderzoek vooraf (laten) doen. Met de ‘invitro-contractietest’ kan in een stukje spier getest worden of er een verhoogd risico is op maligne hyperthermie. In Nederland wordt dit alleen gedaan in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen. Dat centrum is gespecialiseerd in maligne hyperthermie.

Naar de site van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis

In geval van spoed

Op spoed.spierziekten.nl vind je een SOS-kaartje. Die kan je helpen om artsen in noodsituaties snel de juiste informatie te geven. Er is een algemeen kaartje ontwikkeld en er is een SOS-kaartje voor mensen met maligne hyperthermie. We raden aan de SOS-kaart altijd bij je te dragen.

Je kunt ook een alarmpenning gebruiken (bijvoorbeeld via www.alarmpenning.nl) of een medische alarmapp gebruiken.

Op spoed.spierziekten.nl vind je een alertkaart met extra uitleg voor artsen. Wijs je arts hierop. Uitgebreide medische info is ook te vinden via anesthesie en spierziekten.

Expertisecentrum voor congenitale spierziekten

In het expertisecentrum voor congenitale myopathieën werken artsen en onderzoekers. Ze zorgen voor de beste diagnose, zorg en behandeling en doen wetenschappelijk onderzoek naar aangeboren spierziekten zoals CCD. Het expertisecentrum biedt:

  • veel kennis en ervaring over congenitale myopathie zoals CCD
  • advies en hulp bij het vinden van goede zorg
  • informatie over nieuwe onderzoeken naar congenitale myopathie zoals CCD.

Je huisarts kan je verwijzen. Meestal is het genoeg om slechts één of een paar keer te komen. Je eigen arts kan de rest van de behandeling regelen. Of bij vragen zelf het expertisecentrum om advies vragen.

Naar de website van het expertisecentrum

Praat ook mee in het Myocafé

Praat ook mee in het Myocafé, de online ontmoetingsplaats voor mensen met een spierziekte
Sigrid

“Veel spierziekten zijn zo zeldzaam dat je in het dagelijkse leven niet zomaar iemand tegenkomt die jou écht begrijpt. Sinds ik medio 2022 ineens flink achteruitging, heb ik veel steun mogen vinden op Myocafé.”