Feiten over IBM

Er is veel bekend over de oorzaak, klachten en behandeling bij IBM. Op deze pagina vind je de belangrijkste zaken en links naar nog meer informatie.

Wat is IBM?

IBM is een spierziekte die meestal begint na het veertigste jaar. Mannen krijgen het vaker dan vrouwen. De ziekte tast alleen de skeletspieren aan, niet de huid of het hart.

IBM heeft zijn naam gekregen door kleine, lichtrode vlekjes (‘insluitlichaampjes’) die onder een microscoop in het spierweefsel te zien zijn. Er zitten ook ontstekingscellen tussen de spiervezels, net als bij een andere spierziekte, polymyositis (PM). Dit kan verwarrend zijn, want PM is met medicijnen te behandelen, maar IBM niet.

Bij IBM worden sommige spiervezels afgebroken en ontstaan er kleine gaatjes (holtes) in de spieren. De ziekte ontwikkelt zich langzaam, over maanden of jaren. Spieren worden steeds zwakker, soms aan de ene kant van het lichaam meer dan aan de andere kant.

IBM begint meestal met zwakte in de spieren aan de voorkant van de bovenbenen. Soms begint het in de vingers, voeten of slikspieren. Mensen met IBM hebben meestal geen spierpijn. Er is op dit moment geen medicijn dat de ziekte kan stoppen.

Oorzaak

Bij IBM spelen, behalve het afweersysteem, nog onbekende factoren een rol. Afgezien van de insluitlichaampjes ontstaan bij IBM in het spierweefsel twee soorten kenmerkende afwijkingen: ontsteking in spierweefsel tussen spiervezels en gaatjes of holten in spiervezels door een proces van veroudering, afbraak. In het spierbiopt zijn die gaten (vacuoles) zichtbaar.

‘Veroudering’

In de buurt ervan bevindt zich een neerslag van ongewone eiwitten. Soms zit er niets in die gaten en soms is er een stapeling van eiwitten en oud materiaal. De ontstekingscellen kunnen plaatselijk in spiervezels binnendringen en deze beschadigen.
Het is niet bekend hoe deze ‘veroudering’ ontstaat, wat de rol ervan is en wat het verband is tussen het proces van vacuolevorming en de ontsteking. Ook weten we niet wat er eerder is, de veroudering of de ontsteking, of dat de één de ander uitlokt.
Als de ontsteking door geneesmiddelen wordt onderdrukt, neemt de spierzwakte toch toe.

Belangrijke factoren

IBM wordt deels veroorzaakt door het afweersysteem, maar er spelen ook andere, nog onbekende factoren een rol. Er zijn twee belangrijke veranderingen in de spieren bij IBM:

  1. Ontsteking: Er zitten ontstekingscellen tussen de spiervezels. Soms dringen ze spiervezels binnen en beschadigen ze.
  2. Veroudering en afbraak: Sommige spiervezels krijgen kleine gaatjes (vacuoles), waarin soms ophopingen van eiwitten en oud materiaal zitten.

We weten nog niet hoe deze afbraak begint en of de ontsteking en veroudering elkaar beïnvloeden. Ook medicijnen die ontstekingen onderdrukken, kunnen de spierzwakte niet stoppen.

Diagnose

Bij spierzwakte die langzaam ontstaat bij iemand van middelbare leeftijd, denkt een arts snel aan IBM. Vooral als:

  • De spieren in de knieën of vingers asymmetrisch verzwakt zijn.
  • Slikproblemen het eerste teken zijn. Een KNO-arts kan dit opmerken en doorverwijzen naar een neuroloog.

De arts doet verschillende onderzoeken:

  • Lichamelijk onderzoek: de spieren worden gecontroleerd.
  • Bloedonderzoek: soms zitten er bepaalde stoffen in het bloed die wijzen op spierontsteking, maar bij IBM is dat niet altijd zo.
  • MRI-scan: hiermee kan de arts zien waar de spier beschadigd of ontstoken is.
  • Spierbiopt: een klein stukje spier wordt onderzocht onder een microscoop. Soms is extra onderzoek nodig als de eerste test niet duidelijk is.

Klachten en verloop

IBM is een ziekte waarbij de spieren langzaam zwakker worden. Dit begint vaak in de bovenbenen. Daardoor wordt traplopen moeilijker en knikken de knieën sneller door.

De ziekte ontwikkelt zich langzaam, over maanden of zelfs een jaar. Soms is de spierzwakte erger aan de ene kant van het lichaam dan aan de andere kant. Pijn in de spieren komt meestal niet voor.

Andere vroege klachten

  • Zwakke vingers, waardoor een stevige vuist maken lastig wordt.
  • Zwakke voeten, waardoor struikelen vaker gebeurt.
  • Problemen met slikken of verslikken door zwakke keel- en slikspieren.

Deze klachten kunnen links en rechts verschillend zijn.

Behandeling

Er is nog geen medicijn tegen IBM dat de spierzwakte stopt of vertraagt. Wel wordt er onderzoek gedaan, en hopelijk komt er in de toekomst een oplossing. Ondanks dat er geen medicijnen zijn, is het belangrijk om onder controle te blijven. Artsen en therapeuten kunnen helpen bij klachten en ongemakken. Ook kijken ze of je hulpmiddelen nodig hebt naarmate de ziekte vordert.

Behandelaars

De behandeling richt zich op het verlichten van klachten en het omgaan met de gevolgen van IBM. Verschillende specialisten kunnen hierbij helpen, zoals:

  • Neuroloog (hoofdarts voor IBM)
  • Reumatoloog (als er ook een andere auto-immuunziekte is)
  • Revalidatiearts
  • KNO-arts (bij slikproblemen)

Daarnaast kunnen andere zorgverleners ondersteuning bieden, zoals:

  • Fysiotherapeut (voor bewegingsoefeningen)
  • Ergotherapeut (voor hulpmiddelen en aanpassingen)
  • Logopedist (voor slikproblemen)
  • Diëtist (voor voedingsadvies)

Ook de huisarts is belangrijk. Hij of zij is vaak de eerste persoon bij wie je terechtkomt voor hulp en advies.

Fysiotherapie

Fysiotherapie helpt om gewrichten soepel te houden. Een fysiotherapeut kan:

  • Oefeningen geven om de spieren zo sterk mogelijk te houden.
  • Leren hoe je beter met spierzwakte omgaat.
  • Helpen om overbelasting en vallen te voorkomen.

Slikklachten

Veel mensen met IBM hebben moeite met slikken. Een logopedist kan hierbij helpen. Soms is een operatie mogelijk om de slikspieren te verbeteren. Dit kan ervoor zorgen dat eten minder blijft “hangen”. De resultaten verschillen per persoon. Een ervaren KNO-arts kan inschatten of de operatie nuttig is.

Hulpmiddelen en aanpassingen

Omdat de spierzwakte toeneemt, kun je in de toekomst hulpmiddelen nodig hebben. Dit kunnen kleine aanpassingen zijn, zoals een enkel-voetorthese (spalk) om beter te lopen. Later kun je misschien een rollator, rolstoel of aanpassingen in huis nodig hebben. De revalidatiearts en ergotherapeut kunnen helpen bij het regelen van deze hulpmiddelen.

 

Voor jou en je hulpverlener

Voor je fysiotherapeut

Deze brochure bevat adviezen voor de behandeling die je van je fysiotherapeut krijgt. Bij de brochure hoort een instructievideo.

Naar de webwinkel
Voor jou en het revalidatieteam

Webcast IBM: Behandeling en revalidatie

Voor je huisarts

Je huisarts is er voor begeleiding en alle vragen over je gezondheid die (misschien) losstaan van IBM.

Naar de webwinkel
Voorblad van een brochure voor huisartsen van Spierziekten Nederland en Nederlands Huisartsengenootschap
Voor leden

In de brochure Omgaan met de ziekte.’ staan ervaringsverhalen van andere mensen met IBM. Zij vertellen wat IBM voor hun leven betekent en hoe zij hiermee omgaan (gratis voor leden).

Naar de webwinkel
Voorblad brochure over omgaan met een spierziekte van Spierziekten Nederland
Voor jou en je zorgverlener

Mensen met IBM, hun familie en zorgverleners kunnen bij het Expertisecentrum IBM terecht met vragen over de diagnose, zorg en behandeling.

Voor leden

Nog meer weten? Lees de brochure 'Myositis, ontstekingsachtige ziekte. Diagnose en behandeling' (gratis voor leden).

Naar de webwinkel
Voorblad van een brochure over diagnose en behandeling van Spierziekten Nederland

Ook goed om te weten

Spoedgevallen

Bij een noodgeval hebben mensen met een spierziekte extra zorg nodig. Artsen en verpleegkundigen moeten weten welke speciale behandelingen nodig zijn. Daarom is het belangrijk om dit duidelijk te maken in een noodsituatie. Een SOS-kaartje kan helpen. Hierop kun je belangrijke informatie invullen over jouw spierziekte en zorgbehoefte. Draag dit kaartje altijd bij je.

Meer over spoedzorg SOS-kaart downloaden

Expertisecentrum IBM

In het expertisecentrum IBM werken artsen en onderzoekers van verschillende ziekenhuizen samen. Ze hebben veel kennis en ervaring met deze spierziekte. Mensen met IBM, hun familie en zorgverleners kunnen hier terecht met vragen over de diagnose, zorg en behandeling.

Het expertisecentrum helpt mensen met IBM:

  • met veel kennis en ervaring over IBM;
  • advies over de beste zorg;
  • informatie over nieuwe onderzoeken naar IBM.

Hoe maak je een afspraak?
Voor een eerste afspraak heb je een verwijzing nodig van je huisarts, neuroloog of een andere specialist, zoals een revalidatiearts. Je kunt gewoon bij je eigen arts onder behandeling blijven. Als je arts vragen heeft, kan deze contact opnemen met het expertisecentrum voor advies of doorverwijzing.

Onderzoek naar IBM
Naast het bieden van zorg doet het expertisecentrum onderzoek naar IBM. Dit gebeurt in het AMC in Amsterdam, het LUMC in Leiden en het Radboudumc in Nijmegen.

Naar het IBM expertisecentrum Opent in een nieuwe tab: